Door de crisisbelasting schiet Nederland omhoog in de lijst van hoogste belastingtarieven. Over inkomens boven de anderhalve ton heft het kabinet ruim 65 procent belasting. We zijn bijna net zo dol als de Belgen.

Het was een eenmalige noodmaatregel van de Kunduz-coalitie, bedacht in mei
2012: een extra crisisbelasting op bruto inkomens boven de anderhalve ton.

Over het inkomen van 2012 wordt in maart 2013 een extra toptarief van 16
procent geheven, door de werkgever te betalen. Dat levert de schatkist een
half miljard euro op.

Deze tijdelijke heffing was nodig, besloten de Kunduz-partijen vorig jaar, om
de begroting voor 2013 sluitend te krijgen. Het kabinet Rutte I had zoveel
tijd verspild aan ruziemaken en imploderen, dat alleen met botte maatregelen
als een crisisbelasting voor topinkomens orde op zaken kon worden gesteld.

Crisisheffing: toptarief in herhaling

Eenmalig, was het woord waar de partijen de nadruk op legde. Alleen in 2013 is
de toptaks nodig. Daarna schaffen we de nieuwe belasting meteen weer af.

Maar econoom Milton Friedman zei het al: “Niets is zo permanent als een
tijdelijke overheidsprogramma”. Vorige week maakte het kabinet bekend dat de
eenmalige heffing in de herhaling gaat.

Zonder extra maatregelen dreigt het begrotingstekort in 2014 voor het zesde
jaar op rij boven de grens van 3 procent uit te komen, zo maakte het
Centraal Planbureau eind februari bekend.

Het kabinet klom in de pen en publiceerde daags na de CPB-raming een
lijst
met nieuwe bezuinigingen en lastenverzaringen voor 2014. Op die
lijst staat, in de herhaling, de crisisbelasting van 16 procent op hoge
inkomens.

Dijsselbloem: eenmalig continu

Minister van Financien Jeroen Dijsselbloem kiest zijn woorden nauwkeurig. Hij
schrijft dat “de werkgeversheffing voor hoge inkomens eenmalig wordt
gecontinueerd”.

Let op: in 2013 wordt de crisisbelasting eenmalig geheven, en in 2014 eenmalig
gecontinueerd. Dat wij niet denken dat de overheid onder het mom van de
crisis een nieuw toptarief heeft ingevoerd.

Maar niets houdt het kabinet tegen om, als volgend jaar het begrotingstekort
weer te hoog uitvalt, de werkgeversheffing “eenmalig herhaald te
continueren”. En in 2015 “eenmalig opnieuw herhaald te continueren”.

Doe dit een paar keer en het nieuwe toptarief zal de werking van de
arbeidsmarkt flink gaan beïnvloeden.

De crisisbelasting 2013 wordt nog slim met terugwerkende kracht over 2012
geheven, zodat werkgevers en werknemers hun gedrag er niet meer op aan
kunnen passen.

Maar voor de toptax van 2014 is dat anders. Het verhoogt de loonkosten, drukt
de lonen en vermindert mogelijk het arbeidsaanbod van de top van de
arbeidsmarkt.

Verstorende belasting

De crisisbelasting is daarmee een verstorende belasting geworden, en de
heffing ervan heeft niet alleen gevolgen voor de inkomensverdeling, maar in
potentie ook voor de economische groei op korte en lange termijn.

Hoe hoger het marginale belastingtarief (dat is het tarief over de laatste
verdiende euro) des te meer verstoort de belasting de economie. Nederland
zat met het toptarief van 52 procent al behoorlijk hoog in Europa.

Maar inclusief inkomensafhankelijke sociale premies en lokale belastingen,
hoorde Nederland niet tot de landen met de hoogste marginale loonheffing.

Als je alle inkomensafhankelijke heffingen meeneemt, zijn de hoge inkomens in
landen als Zweden, Denemarken, Italië, Ierland en België slechter af.

In Frankrijk zijn er plannen om voor inkomens van boven het miljoen een
belastingtarief van 75 procent in te voeren, maar ook zonder die maatregel
wordt er op hogere inkomens meer premie en belasting geheven dan in
Nederland.

Belastingrace: Nederland schiet omhoog

Maar door de crisisbelasting schiet Nederland omhoog in de ranglijst.

Volgens berekeningen van de Oeso is de hoogste marginale loonheffing in
Nederland in de praktijk 49,2 procent. (De Oeso heeft het over verder
onbenoemde aftrekposten die het feitelijke marginale tarief onder het
officiële tarief van 52 procent brengen).

Tel daar de 16 procent crisisbelasting bij op, en Nederland heeft een
marginale loonheffing van 65,2 procent. Dat komt akelig dicht bij de 70
procent uit de tijd van PvdA-premier Joop de Uyl, en is zelfs iets meer dan
het toptarief van 65 procent uit het SP-verkiezingsprogramma.

 

In onderstaand kaartje word de hoogste marginale loonheffing in Europese
landen weergegeven. Groene landen hebben een relatief laag tarief, gele
landen zijn gemiddeld, rode landen zitten hoog.

Marginale tarieven loonheffing (inclusief werkgeverspremies)

 

Het groenst is Polen met 36 procent. Nederland is flink rood. Roder dan
Denemarken en Italië. Bijna net zo rood als Zweden en België.

Gelukkig maar dat het eenmalig is. Of hoogstens tweemalig.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl